Gods Tegenwoordigheid geneest
€ 22,95
herstel van je ziel door eenheid met Christus
Auteur: Leanne Payne
Uitgave: Coconut
Pagina’s: 296
ISBN:9789072698223
De kerk is de onverwoestbare kracht die haar in de eerste eeuwen kenmerkte allang kwijt. Vergeleken met de tijd van de apostelen is haar culturele, maatschappelijke en politieke invloed gigantisch toegenomen, maar haar geestelijke invloed is verdampt. Hoe komt dat en hoe vinden we deze kracht terug? In Gods Tegenwoordigheid geneest behandelt Leanne Payne dit probleem theologisch, historisch, filosofisch en psychologisch.
Alles hangt samen met de werkelijkheid van Gods kracht. Deel 1 vertelt wat dit praktisch betekent. In deel 2 wordt deze kracht ontleed en gedefinieerd als Incarnationele werkelijkheid, dat is: Gods Tegenwoordigheid in ons. Deel 3 behandelt hoe hierdoor alle vermogens van de mens kunnen worden hersteld en ingezet.
Pareltjes die in dit boek worden behandeld zijn:
– Het vieren van onze kleinheid
– Hoe de gefragmenteerde, gebogen mens van zichzelf is vervreemd
– Wat rechtop staan betekent voor man, vrouw en geestelijke leiders
– De essentie van ware mannelijkheid en vrouwelijkheid
– Samenwerken met de heilige Geest
– Hoe de gaven van de Geest werken, en hun surrogaat
– Het belang van beelden en symbolen
– De belangrijke plaats van de avondmaalsviering
– De ziekte van introspectie en hoe het wordt genezen
– Sentimentalisme als bedreiging voor authenticiteit
– Gnostische ideeën en de desastreuze gevolgen ervan
Steeds worden de principes geïllustreerd vanuit haar eigen leven en werk.
Gods Tegenwoordigheid geneest is onmisbaar voor christenen die persoonlijk en professioneel vat willen krijgen op de werkelijkheid en op waarheid.
Leanne Payne (1932-2015) was leider van Pastoral Care Ministries en werd internationaal bekend door haar conferenties en boeken over het ervaren van Gods Tegenwoordigheid en de genezing van de totale mens.
Deze uitgave is een geheel nieuwe vertaling
—
Gods Tegenwoordigheid geneest
Dankwoord
Voorwoord
Deel 1 De kracht van Gods Tegenwoordigheid
- Onze kleinheid vieren
- Gods Tegenwoordigheid praktiseren
- Geestelijke kracht en autoriteit
- Scheiding van Gods Tegenwoordigheid: de val van God-bewustzijn naar ik-bewustzijn
- Creatieve kracht
Deel 2 Incarnationele werkelijkheid: Gods Tegenwoordigheid in ons
- Gods Tegenwoordigheid in ons
- Incarnationele werkelijkheid: de vereniging van de christen met God
Deel 3 Beeldspraak en symboliek
- Een juist Godsbeeld
- Het belang van beelden en symbolen
- De vreselijke scheiding in het hart van de mens
- Het zuivere voorstellingsvermogen
- Introspectie tegenover zuiver voorstellingsvermogen
- Incarnationele werkelijkheid: de sleutel tot kruisdragen
- Valse goden verwerpen en het heilige toe-eigenen
Conclusie
Verwijzingen
Hoofdstuk 2. Gods Tegenwoordigheid praktiseren
‘…Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’
Matteüs 28:20
Sommige mensen die denken dat ze oprecht zijn, gaan ten onrechte gebukt onder het idee dat het praktiseren van Gods Tegenwoordigheid niet een oefening is in echt geloof, maar in pure lichtgelovigheid. Maar de Tegenwoordigheid erkennen van de God die er echt is, is een vorm van gebed, van het onophoudelijk gebed waartoe de Schrift ons oproept. Als we dit doen, worden de ogen en oren van ons hart geopend om het woord te ontvangen dat Hij altijd spreekt. We betreden een pad van gehoorzaamheid dat ons tevoren misschien onbekend was en waarop we met vreugde erkennen: ‘Jezus is Heer’.
Maar de erkenning dat God altijd met ons is (ook op die momenten dat we het met onze zintuigen het minst ervaren) is niet altijd eenvoudig. Het vereist discipline.
Het onzichtbare erkennen
Het erkennen van de onzichtbare werkelijkheid vereist in het begin een doelbewuste inzet van de wil. Je kunt dit zien als het feitelijke praktiseren van de Tegenwoordigheid. Wij moderne mensen zijn snel geneigd de bovennatuurlijke wereld (dat willen zeggen, de heilige Geest, engelen, demonen) en activiteiten (dat wil zeggen, geestelijke strijd) te beschouwen als minder reëel dan de wereld die we met onze zintuigen kunnen waarnemen. We leven als twintigste-eeuwse christenen in een materialistische tijd waarin de conclusies van onze onderzoeksmethoden al heel lang gebaseerd zijn op louter wetenschappelijke waarheid. De vooronderstellingen van deze methoden hebben al vele generaties studenten misleid en hen zowel moreel als geestelijk verblind voor de goddelijke waarheid en de onzichtbare werkelijkheid. Door deze intellectuele blokkades hebben wij moderne mensen meer moeite met de onzichtbare werkelijkheid en wellicht daardoor ook een veel grotere behoefte aan de discipline van het praktiseren van Gods Tegenwoordigheid dan onze voorvaderen in het geloof. Aan het begin van het christelijk tijdperk sprak Paulus echter al over deze gewoonte toen hij zei: ‘Wij richten ons niet op de zichtbare dingen maar op de onzichtbare, want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, de onzichtbare eeuwig’ (2 Korintiërs 4: 18). Het praktiseren van Gods Tegenwoordigheid is dus simpelweg de discipline van het in gedachten brengen van de waarheid dat God met ons is. Als we dit consequent doen, ontvangen we de gave van zien in geloof. We gaan dan kijken met de ogen van ons hart.
Het gaat niet om een gevoel van Gods Tegenwoordigheid
‘Gods tegenwoordigheid is niet hetzelfde als een gevoel van de aanwezigheid van God. Dit laatste kan het resultaat zijn van het voorstellingsvermogen; het eerste kan gebeuren zonder een enkele ‘merkbare bemoediging’. De daad waarbij een kind wordt verwekt zou met genot gepaard moeten gaan en gaat dat ook meestal. Maar het is niet het genot dat het kind verwekt. Daar waar genot is, kan ook onvruchtbaarheid zijn; daar waar geen genot is, kan de daad toch vruchtbaar zijn. En in het geestelijke huwelijk tussen God en de ziel is het precies zo. Het is de feitelijke tegenwoordigheid van de heilige Geest die Christus in ons geboren doet worden, en niet het voelen van de tegenwoordigheid. Het gevoel van de tegenwoordigheid is een extra toegevoegde gave waarvoor we dankzeggen wanneer het komt.’
Deze eenvoudige les, hier uitgedrukt door C.S. Lewis, moeten alle heiligen van de kerk, groot en klein, aanleren.
Vaak hebben degenen met de meest dramatische bekeringen of genezingen juist de grootste moeite om te ontdekken dat Gods Tegenwoordigheid iets anders is dan de gevoelens die ze in hun ervaring met Hem hebben gehad. Gevangen in de subjectieve val van proberen God te ‘verwezenlijken’ in zintuiglijke ervaring, zullen deze mensen ontdekken dat ze naar binnen kijken. Deze introspectie kan, als ze erin volharden, uitgroeien tot wat genoemd kan worden ‘het praktiseren van de tegenwoordigheid van het ik’, of ‘de ziekte van introspectie’. Ik was precies zo toen ik jong was. Door frustratie en onbegrip stopte ik tenslotte met proberen een christen te zijn. Pas later, door moeilijke omstandigheden, ontving ik de genade om te bidden: ‘Heer, ook als ik uw Tegenwoordigheid nooit meer zal kennen (ik bedoelde: voelen), zal ik U toch gehoorzaam zijn.’ Dit waren de woorden waarop de Heer wachtte. Dit inzicht in ‘Gods Tegenwoordigheid’ zal altijd een essentieel deel zijn van al mijn schrijven en werken.
Mijn aanvankelijke onbegrip kostte mij de kostbare jaren vanaf mijn adolescentie tot mijn zesentwintigste, jaren waarin ik God niet kon horen of gehoorzamen.
Blijven in Christus: Andrew Murray en Oswald Chambers
Sommige beroemde christelijke schrijvers zoals Andrew Murray en Oswald Chambers spreken over Gods Tegenwoordigheid als blijven in Christus. Deze term is overgenomen uit de uitnodiging en belofte van Christus aan ons: ‘Blijf in Mij, dan blijf Ik in jullie.’ Doelend op dit Schriftgedeelte schrijft Oswald Chambers:
‘In de eerste tijd kost het een voortdurende inspanning totdat het zozeer de wet van uw leven wordt, dat ge onbewust in Hem blijft.’
‘Doordring uw geest van het besef dat God er is. Als ge eenmaal daarvan doordrongen zijt, dan is het, als ge in moeilijkheden verkeert, even gemakkelijk als ademhalen te onthouden: “Maar mijn Vader weet er toch alles van.” Het kost geen moeite, het komt vanzelf als de moeilijkheden u benauwen.’
Frank C. Laubach
De eerste keer dat ik de eenvoud en grootheid van het praktiseren van Gods Tegenwoordigheid begreep was toen ik over het leven en schrijven van Frank C. Laubach las, een man door wie God zovelen heeft gezegend. (Een van de vele belangrijke dingen was zijn inzet voor de wereldwijde alfabetisering.) Hij schrijft op een aangrijpende manier over zijn groeiende inzicht, vroeg in het jaar 1930:
‘Misschien zou een man die sinds 1914 als bevestigd predikant werkzaam is zich moeten schamen om te belijden dat hij nooit tevoren de vreugde voelde van volkomen en voortdurende, van minuut tot minuut (hoe zal ik het noemen) meer dan overgave. Overgave kende ik ervoor al. Meer ook dan luisteren naar God. Dat had ik eerder al geprobeerd. Ik kan de woorden niet vinden die kunnen uitdrukken wat ik nu ervaar. Het is een daad van de wil. Ik dwing mijn denken zich volkomen voor God te openen. Ik wacht en luister met vastbesloten gevoeligheid. Ik richt mijn aandacht erop, en soms vraagt het vroeg in de morgen heel wat tijd. Ik besluit niet uit bed te gaan voordat het ingesteld-zijn op de Heer is geregeld. Na een tijdje zal het misschien een gewoonte worden. Dan zal het gevoel van inspanning kleiner worden. (…)
Ik leefde nooit, ik was halfdood (…) tot het moment waarop ik totaal, met volledige eerlijkheid, besloot en opnieuw besloot dat ik Gods wil zou vinden en ook zou uitvoeren – als elke vezel in mij ‘nee’ zei, zou ik de strijd winnen in mijn denken. Het was alsof een soort diepe artesische put in mijn binnenste was geslagen en er borrelde kracht uit. Ik claim nog niet eens voor een dag dat het lukt, noch volledig succes de hele dag door, maar op sommige dagen ligt succes binnen handbereik, en elke dag tintelt van de vreugde van een heerlijke ontdekking.’
In september 1931 schreef hij:
‘Het is heel eenvoudig, zo eenvoudig dat ieder kind het kan doen. Deze eenvoudige oefening vraagt slechts een lichte inzet van de wil, niet meer dan iemand met geringe inspanning kan opbrengen. Het wordt gemakkelijker naarmate het een vaste gewoonte wordt. Toch verandert dit het leven in een hemel.’
Moeder Teresa van Calcutta
Het is ontroerend en fascinerend om het praktiseren van Gods Tegenwoordigheid in het leven van moeder Teresa te zien. Omdat ze de volgende woorden uit de gelijkenis van Christus in haar hart bewaart, dient zij Christus in en door de allerarmsten:
‘Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de geringsten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor Mij gedaan.’ Matteüs 25:40
In antwoord op een vraag van Malcolm Muggeridge (in Something Beautiful for God) geeft Moeder Teresa het verschil aan tussen haar roeping en die van een sociaalwerker. Als zij en haar nonnen mensen in nood helpen ‘dienen zij een Persoon’. Haar liefde en toewijding aan Christus, haar dienen van haar aanwezige maar onzichtbare Heer bij haar werk onder de armen van India, is een getuigenis voor de hele wereld. Zij heeft op deze manier in het lichaam van een nederige kleine vrouw die van Christus houdt gedaan wat sociale organisaties en naties niet konden doen: ‘Wij dienen een Persoon.’
C.S. Lewis
‘Het concrete maar onstoffelijke houden wij alleen door krachtige inspanning in het vizier.’
Naar mijn mening schrijven weinigen overtuigender over Gods Tegenwoordigheid dan C.S. Lewis. Toch was het praktiseren van de Tegenwoordigheid van de onzichtbare werkelijkheid voor hem niet eenvoudig. Hij ging gebukt onder intellectuele blokkades van het hoogontwikkelde filosofische denken dat diep wortel had geschoten door verschillende eeuwen van intellectueel scepticisme en ongeloof. Bovendien kende hij de oude zondige natuur in ons, die Gods Tegenwoordigheid liever wil negeren en zich er verre van wenst te houden. Daarom wist hij dat het richten van het denken op God niet alleen het kwellen van de oude zondige natuur betekent, maar ook het doden ervan – iets wat God eist en waartegen de gevallen mens zich verzet. ‘Christus zegt: ‘Geef mij alles. Ik wil niet zus en zo veel tijd en geld en werk van je: Ik wil Jou.’
‘Vandaar dat het eigenlijke probleem van een christenleven meestal opduikt waar mensen het niet zoeken. Het duikt iedere morgen op direct bij het wakker worden. Al je wensen en verwachtingen voor die dag bespringen je als wilde dieren. En je eerste taak is iedere morgen gewoon dat je ze allemaal van je afduwt: dat je naar die andere stem luistert, het andere gezichtspunt inneemt, het andere, ruimere, sterkere, rustiger leven laat binnenstromen. En zo de hele dag voort. (…)
Eerst lukt dit telkens maar voor een moment. Maar vanuit die momenten zal het nieuwe soort leven zich door je hele gestel verbreiden; want nu laat je Hem aan de goede kant werken.’
Misschien omdat Lewis het aandurfde deze praktijk in zijn eigen leven te integreren, spreekt hij effectiever en krachtiger dan wie dan ook over het dilemma van de moderne mens – dat van de scheiding tussen hoofd en hart, geest en materie, het intellect en het voorstellingsvermogen. Dat maakt hem tot één van de waarlijk grote verdedigers van de bijbelse orthodoxie, want hij stelt ons in staat ons weer ’thuis te voelen’ bij het wonder, de sfeer die thuishoort bij de Schrift en het leven dat door de Geest mogelijk is geworden. Zo wordt de ziel van velen genezen door het lezen van zijn werk. Ze ervaren herstel van de volledige dimensie van waarheid en bijbelse werkelijkheid en ook van de taal waarin erover kan worden gesproken.
Broeder Laurentius
Voor Broeder Laurentius was het praktiseren van Gods Tegenwoordigheid een eenvoudiger zaak. ‘Ik heb altijd beseft dat zijn Tegenwoordigheid bij mij was, zelfs in mij!’ Maar ook hij sprak over de discipline van de wil en onderwees dit aan anderen:
‘In het begin moeten we ons wat inspanning getroosten om in onszelf de gewoonte aan te kweken onophoudelijk met God te praten en Hem alles te vertellen wat we doen. Maar als je een beetje je best doet, voel je hoe je zonder enige moeite door zijn liefde wordt aangevuurd.’
Omdat hij Christus op deze manier durfde lief te hebben, liet deze infanterist die later monnik werd een aantal brieven en met zijn eigen leven een voorbeeld na dat de christelijke wereld na de zeventiende eeuw heeft beïnvloed. Besef van Gods tegenwoordigheid door broeder Laurentius werd voor het eerst uitgegeven